Ik stel me voor: Na een paar druilerige nazomermiddagen op het toch al niet zo gezellige kantoor van de Onderwijsraad zitten de onderwijsraders een beetje voor zich uit te sippen. Het gekletter van de regen tegen de vuile ruiten wordt doorbroken door dat eens van de onderwijsrader ineens zegt: Moeiljkere examens! De andere onderwijsraders kijken een beetje verbaasd en geschrokken naar elkaar. Ja! Moeilijkere examens!, zegt de ene onderwijsrader nog eens met een glimmer in zijn ogen die niet goed past bij zijn bruine C&A-pak. Als we de examens moeilijker maken, dan moeten ze harder leren en als ze harder leren weten ze meer en dus gaan de resulaten omhoog.
Op de gezichten van de onderwijsraders verschijnt een voorzichtige glimlach. Een van hen schudt voorzichtig de hoofdonderwijsrader, die even was weggedommeld, wakker en fluistert zachtjes het voorstel van de ene onderwijsrader in zijn oor. De hoofdonderwijsrader brommompelt iets waarvan de andere onderwijsraders na al die jaren weten dat betekent: Ik vind het best. En terwijl de hoofdonderwijsrader het moede hoofd weer op de armen laat zinken, blaast een andere onderwijsrader het stof van de typemachine en begint driftig te tikken. Het feit dat de typex op is drukt de geestdrift waarmee de onderwijsraders hun plan uittypen geenszins, ze gaan immers het onderwijs redden en hun subsidie veilig stellen. O, o, o, wat zullen ze bij het ministerie en in het onderwijs zelf blij zijn. Ja, wat zouden ze daar toch zonder Onderwijsraad moeten.
Moe maar voldaan trek de laatste onderwijsrader om 16.38 de deur van het kantoor achter zich dicht. En ‘s avonds thuis kijken ze geheel tegen hun gewoonte in in niet naar Hart van Nederland, maar bellen al hun familie, vrienden en kennisen op die ook raad mogen geven en vertellen van hun briljante plan dat ook in de zorg, de krijgsmacht, logistiek, belastingdienst en bij de IND of waar dan ook ingezet kan worden: we maken het moeilijker, want dan wordt het beter!
En binnenkort komt het weer helemaal goed met Nederland: de hindernisbanen voor onze soldaten worden langer en hoger om beter met conflictsituaties in vreemde landen om te kunnen, bejaarden worden minder vaak gewassen zodat ze dat gewoon weer zelf gaan doen, dodehoekspiegels worden van vrachtwagens verwijderd zodat chauffeurs weer beter uit gaan kijken, en belastingregels worden weer lekker complex zodat we weer gaan snappen welke belasting we waarom betalen en het inburgeringsexamen gaat alleen nog maar over de boeken van Simon Vestdijk en Harry Mulisch.
Op de kantoren van BON volgt er als snel koortsachtig beraad. Want dankzij het plan van de onderwijsraders kunnen ze eindelijk Plan B in werking stellen: een naamsverandering die een aardverschuiving in het onderwijs zal veroorzaken die alles wat leuk en nieuw is in het onderwijs volledig zal wegvagen en die bovendien (en dat vinden de MON’ers ook heel belangrijk) het einde der tijden zal voorkomen. Vanaf morgen zullen ze MON heten: Moeilijker Onderwijs Nederland en het Nederlandse onderwijs zal de triomfdagen van het vooroorlogs onderwijssysteem herbeleven. [Voeg hier satanische lach in]