Mooi is dat! Had ik hier een heel verhaal klaar staan waarin ik me een beetje opwind over hoe er met de term Onderwijs 2.0 wordt omgesprongen en hoe ik daar zelf over denk, komt Wilfred Rubens op zijn blog met een helder en genuanceerd verhaal over ‘de stand van zaken’. (nuances zijn niet altijd m’n sterkste punt).

Ach, ik had het toch al geschreven, dus hier komt ‘ie:

Zonder ook maar de minste wetenschappelijke onderbouwing te pretenderen moet het navolgende me van het hart. Ik verbaas me namelijk ‘een beetje’ over de achteloosheid waarmee links en rechts met de term Education 2.0 wordt gesmeten. Voor veel mensen betekent het inzetten van Web 2.0-diensten en -technologie in het onderwijs dat dat onderwijs automatisch de revolutie doormaakt die het www aan het doormaken is. Ook niet volbloed internetonderwijstoepassingen als een ELO maken geen Onderwijs 2.0. Ik snap de redenering best hoor. Met al die kekke online tooltjes kun je hele spannende dingetjes in het onderwijs doen en ze voegen ook zeker ‘iets’ aan het onderwijs toe, leerlingen vinden het leuk, het is een beetje van deze tijd. Maar om nou te zeggen dat het een onderwijsrevolutie met zich meebrengt … nee.

Als je de parallel trekt tussen Web 2.0 en Onderwijs 2.0 dan kun je toch weinig anders concluderen dat het onderwijs nog in een soort stadium van de tekstbrowser verkeert. Er is maar bijster weinig onderwijs te vinden dat zich écht adaptief en flexibel opstelt ten opzichte van de behoefte van haar gebruikers: leerlingen en studenten. De interactiviteit tussen de aanbieder van de dienst (onderwijs) en haar gebruiker is toch vaak nog gering. Onderwijs werkt nog steeds hoofdzakelijk vanuit programma’s, methodes, jaarplannen en de comfortabele routine van de docent. Tweede Fases, Basisvormingen en Nieuw Leren ten spijt ziet het onderwijs van vandaag de dag er grosso modo niet zo heel gek veel anders uit dan 20 jaar geleden. Docenten doen in hun lessen ook vaak niet zo gek veel anders dan 20 jaar geleden. Natuurlijk is er in de school ontzettend veranderd met computers, internet, moderne media en cd-roms bij de lesmethodes, maar wezenlijk, in het hart van het onderwijs is er toch weinig veranderd. We zijn met met z’n allen veel meer tool, software en apparaten gaan gebruiken om het onderwijs waar de aanbieder zich gemakkelijk bij voelt mee te ondersteunen.

Web 2.0 is social, sociaal, gericht op de communicatie en verband van het individu met zijn gelijken. Niet eens zo zeer van leeftijd, of van cognitieve ontwikkelen, maar met mensen waarvan je hebt ontdekt dat je iets met ze deelt. het is van iedereen, maar je doet er je eigen ding mee. Het is belangrijk dat leerlingen elkaar kunnen zien in de klas, dat ze een groep vormen, dat ze contact hebben met de docent, vinden veel onderwijsmensen. Zonder de klassikale les gaat de sociale cohesie verloren. Maar vindt de leerling dat dan zo belangrijk? Hoeveel leerlingen zouden vrijwillig 30 uur per week in de zelfde ruimte gaan zitten met mensen die ze niet zelf hebben uitgekozen? Hoeveel docenten zouden probleemloos 30 uur met de collega’s doorbrengen die hun leidinggevende voor ze heeft uitgezocht? Docenten (vooral de 1.0-versie), zíj vinden dat contact belangrijk. Omdat het hún manier is van contact hebben met elkaar. Gezellig met 30 man in een ruimte van 6×6 meter. Het is een sociale beleving die niet aansluit bij die van jongeren, maar die we in Nederland wel geïnstitutionaliseerd hebben.

Waarlijk Onderwijs 2.0 vraagt om een radicaal herontwerp van (ons denken over) onderwijs. Het kijkt naar wat de leerling wil, wat deze nodig heeft en maakt daar een dienst / product (aantrekkelijk onderwijs) bij. Of beter nog: stelt de leerling in staat te leren met de tools die passen bij wat en hoe hij wil leren. Maar om dat te kunnen aanbieden heb je in het onderwijs dezelfde soort avontuurlijke geest nodig, de ondernemerszin en de passie om iets moois te maken dat werkt dat een hoop Web 2.0-ondernemers kenmerkt. Een voorwaarde voor Onderwijs 2.0 is dat we in het onderwijs gebruik kunnen maken van de Docent 2.0. Docent 2.0 maakt het onderwijs dat de leerling nodig heeft, dat aansluit bij zijn cognitief niveau, dat uitdagend is, dat samen gedaan kan worden of alleen, multimediaal

De Leerling 2.0 (Generatie Einstein?) staat al op de drempel van het onderwijs en dat onderwijs is er niet klaar voor. Maar goed in het kader van niet mopperen, maar opperen: misschien moeten we zachtjes aan een beetje afstand nemen van de gedachte dat ict-in-onderwijs alleen maar een middel mag zijn en geen doel en dan met name op het vlak van de professionalisering van de docent. Het zicht hebben op courante technologie en in elk geval de beweging die er is op dat gebied zou zo langzamerhand net zo zeer tot de professionele bagage van de moderne docent moeten horen als een solide didactische basis, (schoolvak)inhoudelijke kennis, communicatieve vaardigheden etc. Docenten zijn mijns inziens aan hun leerlingen verplicht opgedane kennis en vaardigheden en de technologie die zij daarbij hebben gebruikt en die zij gebruiken om die kennis een vaardigheden te presenteren op waarde te kunnen schatten. De kloof is waarschijnlijk niet of slechts met heel veel moeite te overbruggen, maar inzicht krijgen in hoe groot de kloof is, wat er in die kloof ligt en zorgen dat de kloof in elk geval niet groter wordt, is wel het minste.

Tagged with →  
Share →