Ik had zwaar mazzel en mag beide dagen naar het Nationale E-learningcongres in Eindhoven. Het minste wat je dan kunt doen is er een stukje over schrijven uiteraard. Live ging dat helaas niet, want er was geen wifi en laat ik nou net ‘s ochtends ook het laatste ethernetkabeltje (prikpoortjes waren er wél genoeg) uit de tas hebben gehaald.
Het is even wennen. Dit soort congressen is doorgaans onbetaalbaar voor de meeste mensen (ook voor mij) en dat merk je aan de deelnemers, want je komt lang niet alle usual suspects tegen. Wel een paar, natuurlijk, maar het is niet een traditioneel edutech-in-crowd-feestje. Dat geldt ook wel voor de sprekers. De meest daarvan kende ik alleen van naam (of faam) en had ik nog nooit in levenden lijve meegemaakt.
De eerste was Paul Kirschner die gelijk beloofde de kont tegen de krib te gooien met zijn pleidooi dat er eigenlijk op neer kwam dat†multitasken niet kan, ontdekkend leren niet werkt en dat leuk onderwijs niet nodig is. Zijn myth busting van leren met ict kwam een beetje rommelig en zuur over en was niet heel erg overtuigend bovendien, maar dat kan ook komen omdat Kirschners boodschap niet heel erg aan mij besteed is. Volgens Kirschner moeten geen onderwijshervormingen initiëren zonder de principes daarvan wetenschappelijk onderbouwd zijn. Hmmm, om daar nu op te gaan zitten wachten terwijl de 21e eeuw voortdenderd lijkt me weinig productief en zinvol. Doe mij maar de 5e regel van Johnny Bunko: Make excellent mistakes.
Steve Boone kwam vervolgens vertellen wat IBM aan e-leren 2.0, informeel leren en met gebruik van social software doet, maar dat kwam niet erg lekker uit de verf en was ook bijna oppervlakkig na Kirschner en het verbleekte bij wat Goereruh-kejje-leruh-Joep-Schrijvers kwam vertellen. Schrijvers hield een goed, snel en vermakelijk verteld verhaal over hoe techneuten, managers, lastige klanten en goeroe’s de arme onderwijsprofessional belagen en hem afhouden van zijn core business. Schrijvers vertelde vlot, had leuke anekdotes en aansprekende voorbeelden, maar ik miste aan het einde een beetje de clou van zijn verhaal. Hij oogste bijval van Kirschner dus hij zal het wel met hem eens zijn geweest … in grote lijnen. Ik ging (net als bij Kirschner) niet met het gevoel de zaal uit dat ik nu weer verder kon of dat ik iets wezenlijks wijzer was geworden.
De workshops waren wel weer lekker leerzaam. Na in de eerste ronde bij Menno Smidts van Kennisnet/Surfnet een goede stand van zaken met betrekking tot mobiele onderwijstoepassingen te hebben gekregen, heb ik als secondant mogen fungeren bij de workshop van Wilfred Rubens. De techniek liet Wilfred gedeeltelijk (video van Ustream wilde niet, audio weer wel) in de steek, maar dat weerhield de zaal en een aantal online toehoorders niet om actief deel te nemen aan zijn presentatie†over social software en e-leren. Hoogtepunt van de dag was toch wel de interactieve videoconference met Eliott Masie. Masie pleitte in een gezellig en onderhoudend gesprek met de zaal voor een e-learning waarbij de e voor van alles kan staan, waarin we ons realiseren dat we ons niet zo druk moeten maken over technologie (It’s just technology) en ons meer met de lerende en het leren bezig zouden moeten houden. Sterker nog, dat we de lerende actief moeten betrekken in het ontwerpen van het onderwijs. Het is immers zijn/haar onderwijs! E-leren moet minder gaan lijken op schools leren en dan kan het wel eens interessante resulaten opleveren. Man naar m’n hart die Masie, die met een aantal opmerkingen lijnrecht tegenover Kirschner leek te staan en het weer op andere vlakken helemaal met hem eens was.
Grote opsteker voor de deelnemers was dat dagvoorzitter Harm Weistra een suggestie van Masie om meer aan informeel leren te doen (het instellen van bijvoorbeeld een beer night om precies te zijn) op een traditioneel congres als dit E-learningcongres. Dat klinkt een TeachMeeter als ik uiteraard als muziek in de oren. Als de programmacommissie meeleest: ik heb nog wel wat ideetjes waarmee het congres nog leuker, interactiever en deelnemergericht wordt. Bel gerust of spreek me morgen even aan, ik ben er de hele dag.