De post van Ewan McIntosh over de (noodzakelijkerwijs) innovatieve kracht van One Room Schoolhouses in Alaska is alleen al het lezen waard om kennis te nemen van het verschijnsel One Room Schoolhouse. Maar minstens zo uit het hart gegrepen is de overweging waarmee hij zijn verhaal afsluit:
Is it really adequate to have classrooms where students are sat in rows, with a pile of paper as their worldy resources to learn, separated from those with whom they enjoy discussing ideas, forced to sit and work in near-isolation? Is it really adequate to have teachers who themselves don’t connect out to other teachers or those working in another sectors, whose only view out on the world is the mainstream media, with its huge distortions?
Jakes has prepared a list of 15-minute tasks that any teacher can undertake to get themselves more connected, which bit-by-bit will help them become more connected citizens.
Het is de vinger op de zere plek wat mij betreft en het doet me deugd (en een beetje verdriet tegelijkertijd) dat ook iemand als Ewan constateert dat een van de belangrijkste problemen die er zijn op het gebied van professionalisering rond technologie de docenten zijn. De knop moet om, letterlijk én figuurlijk. Docenten die technologie buiten de klas of zelfs hun onderwijs houden, doen niet alleen hun leerlingen ernstig tekort, maar zullen op korte termijn ook niet meer door die leerlingen serieus worden genomen. En dan is er pas echt sprake van een kloof die niet meer te dichten is. Docenten zullen zich echt (tot op enige hoogte) moeten verdiepen in de mogelijkheden die (online) technologie het onderwijs te bieden heeft of de continue, vanuit het onderwijs geïnitieerde innovatie die Dijsselbloem (en inmiddels de hele Nederlandse politiek) voor ogen heeft, zal leiden tot helemaal niets.