Soms lees je wel eens wat een blog van een ander wat meer waard is dan een reactie alleen. Dat is de aanleiding voor dit stukje. Bij Willem Karssenberg las ik Er ligt 400.000 euro op de plank. In een bijeenkomst voor Kennisnetambassadeurs vertelde Bob Hofman over een nauwelijks aangebsproken subsidieregeling. Het belangrijkste citeer ik hier gemakshalve even, incluis plaatje:

Op welke manier kunnen we het management bewerken, of moeten we juist op de werkvloer beginnen? Waarom worden er zo weinig aanvragen ingediend? Een van de plaatjes die hij bij zijn inleiding gebruikte was deze U-bocht:

Daarbij vertelde Bob dat wij vooral onder de stippellijn opereren, waarop ik hem vroeg:
“Kunnen wij docenten pas bekwaam maken wanneer ze zich bewust zijn dat ze onbekwaam zijn?” Zijn antwoord daarop: “Jij kunt docenten niet bekwamen, dat moeten ze zelf doen”.
Verderop in zijn verhaal zei hij: “Docenten willen wel veranderen, maar niet veranderd worden”

Bijna ongelooflijk verhaal van dat subsidiegeld, maar zo gaat het (helaas) met wel meer innovatieregelingen, volgens mij. Ik wil me hier vooral op het tweede deel van Willems verhaal richten.

Dat docenten zich zelf moeten bekwamen, is pracht van een waarheid als een koe. Ik kan me voorstellen dat je het (kennisnet)ambassadeursschap vooral invulling geeft door bij collega’s ‘ de knop om te zetten’, ze bewust te maken van het feit dat een belangrijk deel van hun docentschap samenhangt met kennis en gebruik van digitale middelen. Een bewust onbekwame docent zal echter niet zo maar zichzelf gaan bekwamen op een gebied waar hij geen interesse in heeft. Ik kom nog met regelmaat docenten tegen die met nauwelijks verholen trots roepen dat ze niet weten hoe ze moeten e-mailen en/of nooit een computer gebruiken. Gelukkig is dat een hele kleine minderheid. Een groot deel van onze collega’s is echter onbewust onbekwaam als het gaat om zaken als (creatieve) educatieve technologie en Web 2.0. Ook die docenten zullen zich niet uit zichzelf gaan bekwamen: ze hebben namelijk geen idee dat er wat te bekwamen valt. Daar ligt m.i. het werkveld van de ambassadeurs.

Wat betreft die tweede quote ben ik wat sceptischer. Ik ben er nog niet zo van overtuigd dat docenten (en ik veralgemeniseer gemakshalve even) intrinsieke veranderaars zijn. Dat is niet (alleen) een kwestie van onwil, maar vindt een oorzaak in het feit dat veranderen veel tijd en energie kost en dat is er vaak simpelweg niet. Ook denk ik dat (als het gaat om het gebruik van technologie in het onderwijs) heel veel docenten simpelweg geen idee hebben hoe / wat / waarmee te veranderen; toch die onbekwaamheid. En een zekere koudwatervrees, desinteresse en mischien toch ook wel ergens de angst zaken in hun les toe te moeten laten waarvan ze weten dat leerlingen er meer van weten dan zij. Dat is een soort bedreiging voor je rol (traditionele) rol als docent.

Ik vergelijk dat wel vaker met de situatie van de beginnende leraar, ook die is nog regelmatig onzeker over zijn bekwaamheid, zowel organisatorisch, vakinhoudelijk als didactisch. Dat geeft niets, daar zijn we allemaal ooit doorheen gegaan en het merendeel is door maar flink aan de slag te gaan in de praktijk die onzekerheid te boven gekomen. Dat neemt echter niet weg dat het een situatie is die je als ervaren docent liever uit de weg gaat. Dat snap ik nog, maar als dat tot gevolg heeft dat er in je docentschap en in je lessen geen ruimte is voor innovatie (al dan niet met technologie) dan ben je m.i. op een dood spoor beland. En van dat spoor moeten ambassadeurs (en niet alleen die van Kennsinet) hun collega’s zien te trekken, ze moeten even over de juiste wissel zodat de onderwijstrein op weg kan naar de 21e eeuw.

Share →