Ik moet me natuurlijk de ogen uit de kop schamen dat ik niet de eerste was, maar het moet hier natuurlijk even worden vermeld: mijn wederhelft en zakenpartner heeft een heel aardig artikel in de NRC(.next) geschreven over het proefschrift van sociaal pedagoog Els Kuiper waarin zij verslag doet van haar promotieonderzoek naar de vraag hoe je leerlingen in het basisonderwijs kunt leren kritisch met internet om te gaan. Met name het kader met daarin de meeste gemaakte zoek-en-vindfouten is handig:

Meest gemaakte zoek- en vindfouten

  • Veel kinderen gebruiken nog verkeerde zoektermen. Ze typen bijvoorbeeld een letterlijke vraag in en krijgen tot hun verbazing geen antwoord van de zoekmachine.
  • Ze kijken alleen naar de bovenste tien hits in Google, omdat de rest niet relevant zou zijn.
  • Veel leerlingen zoeken alleen met Google, in plaats van concurrerende zoekmachines of speciale kinderzoekmachines als Davindi.
  • De zoektermen worden verkeerd gespeld, waardoor kinderen niets vinden. Google geeft overigens meestal wel spellingvarianten weer.
  • Leerlingen doen aan plagiaat, en kopiëren tekst soms inclusief de hyperlinks (‘klik hier’) of ze laten per ongeluk de naam van de auteur staan in hun eigen werkstuk.
  • De leerlingen gebruiken onbetrouwbare bronnen. In die gevallen bevat de tekst grote onzin, maar wordt ’ie toch klakkeloos overgenomen.

Leuk stuk, leuke uitkomsten van het onderzoek ook … maar ben ik de enige die googelen een beetje een raar woord vind? Zou het niet googlelen moeten zijn? Je schrijft immers ook ik google. Blijkbaar wist de eindredactie het ook niet helemaal. Deze neerlandicus komt er niet helemaal uit.

Update:
Het Groene Boekje zegt toch echt googelen. Hoewel ik erg pro groene spelling ben, vind ik dit toch wel heel mal.

Tagged with →  
Share →